Controles antiwitwasbeleid
FSMA deelt eerste bevindingen
In de afgelopen maanden oefenden de FSMA controles uit in het kader van de antiwitwaswetgeving bij onder meer verzekeringsmakelaars. Vrijuit vroeg Grégory Demal, Lid van de het Directiecomité en operationeel toezichthouder antiwitwasbeleid, naar de eerste algemene bevindingen.
Welke gereglementeerde beroepen maakten het voorwerp uit van de controleronde?
Grégory Demal: Wat de tussenpersonen betreft, hadden de controles betrekking op de verzekeringsmakelaars die een effectieve activiteit in levensproducten hebben.
Waar legde jullie de focus op tijdens de controles?
Grégory Demal: De controles bij de verzekeringsmakelaars hadden betrekking op de uitvoering van de algemene risicobeoordeling (ARB) en de relevantie van die ARB met betrekking tot de daadwerkelijk uitgevoerde activiteiten.
Daarnaast bekeken we het uitwerken van de specifieke procedure die de modaliteiten van de algemene risicobeoordeling bepaalt, met inbegrip van de update ervan en het opstellen en de toepassing van het cliëntacceptatiebeleid, de procedure voor de identificatie en de identiteitsverificatie van de cliënten, de procedure voor de opsporing en analyse van atypische verrichtingen en de maatregelen die genomen zijn om de tussenpersoon in staat te stellen de bindende bepalingen inzake financiële embargo’s en de bevriezing van tegoeden na te leven.
Deze controles werden uitgevoerd op basis van de documenten die de tussenpersoon op voorhand indiende, online gesprekken via Teams met de AMLCO en eventueel een medewerker, en de cliëntendossiers die de tussenpersoon op verzoek van de FSMA doorstuurde. Deze werden gekozen op basis van een lijst die de tussenpersoon eerder invulde.
“Makelaars aangesloten bij een beroepsvereniging beschikken in het algemeen over een grondigere kennis van de antiwitwetgeving. De ondersteuning van de leden is dan ook hun voornaamste rol.”
Wat zijn de voornaamste tekortkomingen die de FSMA vaststelde naar aanleiding van de recente controles?
Grégory Demal: De voornaamste vaststellingen van deze inspectie zijn onder te verdelen in verschillende categoriën.
Ten eerste zagen we bij de algemene risicobeoordeling (ARB) vaak dat deze ontbrak, niet aangepast was aan de activiteiten van de tussenpersoon of onvolledig was.
Ten tweede stelden we vaak het ontbreken of onvolledig zijn van een beleid en procedures vast of waren deze niet aangepast aan de activiteiten van de verzekeringstussenpersoon. Dit laatste omdat deze enerzijds geïnspireerd waren op een andere activiteitensector - zoals deze van de bedrijfsrevisoren - of anderzijds de tussenpersoon ook het statuut van verbonden agent heeft en zich daarom baseert op de procedures die zijn meegedeeld door de bank waarmee hij of zij verbonden is.
Tijdens de interviews constateerden we dat de AMLCO bepaalde specifieke elementen van de wetgeving niet goed kent of begrijpt. In sommige gevallen was er een gebrek aan bewustzijn en opleiding bij het betrokken personeel.
Ook zagen we tijdens dossiercontrole dat sommige dossiers onvolledig zijn. Het gaat hier meer bepaald om verzekeringsdossiers met een rechtspersoon als verzekeringsnemer. Daarbij stelden we onvolledigheid van bepaalde gegevens of documenten vast met betrekking tot de bestuurders of de uiteindelijke begunstigden.
Tot slot kwam de gebrekkige toepassing van eigen procedures door de tussenpersoon ook terug. Zo pasten sommigen niet de juiste waakzaamheidsmaatregelen toe die van toepassing zijn bij klanten met een bepaald risiconiveau of werd een aanpassing van het risiconiveau van de klant niet aangepast of gemotiveerd.
Ziet men een evolutie ten opzichte van de eerdere controles?
Grégory Demal: De FSMA stelt een positieve evolutie vast ten opzichte van de vorige inspecties. Er werd bij ongeveer één vierde van de gecontroleerde tussenpersonen geen inbreuken vastgesteld. Dit betekent dat, voor deze tussenpersonen, de FSMA geen bevelen of aanbevelingen heeft geformuleerd. Dit is een belangrijke evolutie en toont aan dat het naleven van de antiwitwaswetgeving door verzekeringsmakelaars haalbaar is.
Het is echter wel zo dat één vierde van de gecontroleerde makelaars zich nog heel slecht houden aan de antiwitwaswetgeving. Bij deze verzekeringsmakelaars heeft de FSMA serieuze tekortkomingen vastgesteld die hebben geleid tot de formulering van een tiental bevelen per makelaar. Onafhankelijk van de aanmaning om deze tekortkomingen te verhelpen, behoudt de FSMA zich het recht voor om een administratieve sanctie op te leggen.
Bij de rest van de populatie - ongeveer de helft van de gecontroleerde makelaars -, heeft de FSMA een beperkt aantal tekortkomingen geïdentificeerd. De betrokken makelaars blijken begrip te hebben voor de bezorgdheden van de FSMA en zijn bereid om hun organisatie aan te passen waar nodig om de vastgestelde tekortkomingen te verhelpen.
Heeft u nog nuttige tips voor de verzekeringsmakelaars?
Grégory Demal: Het is belangrijk te onthouden dat dit geen éénmalige oefening mag zijn voor de tussenpersonen om te voldoen aan het verzoek van de FSMA in het kader van de inspecties. Dit moet een permanente oefening zijn voor alle tussenpersonen.
De tussenpersonen moeten er onder meer voor zorgen dat ze steeds op de hoogte blijven van de evolutie van de reglementering en de wetgeving, dat ze, indien nodig, hun organisatorisch kader, hun globale en individuele risicobeoordelingen actualiseren en dat ze permanente opleiding en sensibilisering voorzien voor hun personeelsleden.
Voorts is het belangrijk te onthouden dat de tussenpersonen verplicht zijn jaarlijks een activiteitenverslag op te stellen, ook al moet dit verslag niet proactief worden meegedeeld aan de FSMA.
Wat is volgens u de rol van FVF in dit kader?
Grégory Demal: Een significant deel van de tussenpersonen waarvoor de FSMA geen vaststellingen heeft geformuleerd, bleken aangesloten bij een beroepsvereniging. Tijdens de inspecties hebben de betrokken makelaars vermeld ondersteuning te hebben ontvangen van hun beroepsvereniging bij het opstellen van hun beleid en procedures.
Deze makelaars beschikken in het algemeen over een grondigere kennis van de antiwitwaswetgeving en bij hen blijken de klantendossiers ook meestal in orde te zijn, met name dankzij het gebruik van een automatisch beheersysteem. Dit toont aan dat dat de inspanningen van de beroepsverenigingen hun vruchten afwerpen.
De ondersteuning van de leden is dan ook de voornaamste rol van FVF, onder meer door de leden te informeren over de evolutie va de regelgeving, wetgeving en standpunten van de toezichthoudende autoriteiten, de leden bij te staan bij de invoering van interne procedures, de ondersteunende acties in het kader van de periodieke vragenlijsten verder te zetten, … Komen er nog extra initiatieven vanwege de FSMA, zoals de filmpjes in kader van de antiwitwaswetgeving?
Grégory Demal: Graag geven we mee, ter herinnering, dat de FSMA op haar website verschillende documenten en filmpjes heeft gepubliceerd. Deze informatiebronnen blijven een belangrijke ondersteuning voor het begrijpen en het naleven van de antiwitwaswetgeving.
In het verlengde van de inspecties zal de FSMA nagaan of er bijkomende bijzondere behoeften worden vastgesteld, zoals eventuele sensibiliseringsacties. De FSMA staat in dit verband ook open voor suggesties vanuit de sector.
Bedankt voor de toelichting!