Afscheid van het ‘papieren’ verzekeringsbewijs nadert

Realtime database staat klaar.

In juli 2020 kondigde zich de eerste veranderingen aan voor de groene kaart. Zo verloor deze zijn groene kleur én volstaat een digitaal exemplaar als bewijs. Daar stopt het echter niet! De verzekeringsmaatschappijen werken al enige tijd achter de schermen met verschillende partijen – waaronder FVF – aan een realtime controle van de verzekeringsplicht via een centrale database.

Vrijuit sprak met Gunter Uytterhoeven (AXA), Jan Strauven (Baloise) en David De Cock, voorzitter Commissie Efficiëntie binnen FVF, over dit grote project.

Hoe kwam het project ‘Proof of Insurance’ tot stand?

Gunter Uytterhoeven: Het systeem van de groene kaart bestaat al sinds 1949 in België. In tegenstelling tot andere landen, is er in die 72 jaar niets fundamenteels verbeterd aan het concept. Daar mocht dus wel eens over nagedacht worden. Met de verschillende verzekeringsmaatschappijen hebben we de hoofden bij elkaar gestoken om de pijnpunten bloot te leggen en verbeteringen aan te brengen.

Wat zijn deze pijnpunten?

Gunter: Er bleken er toch wel heel wat te zijn. Zo rijden er ten eerste nog heel veel onverzekerde wagens op onze Belgische wegen. We schatten dit op wel 75.000 voertuigen! In 2019 veroorzaakten deze maar liefst 7.100 ongevallen waarbij het motowaarborgfonds moest tussenkomen. Omgerekend betekent dit dat er elke 70 minuten een ongeval gebeurt met een onverzekerde wagen met alle kosten en menselijk leed tot gevolg. In vergelijking met onze Nederlandse buren liggen deze cijfers vijf keer zo hoog onder andere doordat we in België nog steeds de verzekeringsbewijzen manueel dienen te controleren. De pakkans van onverzekerd rondrijden blijft hierdoor te laag.

Ten tweede worden er in België elk jaar 10 miljoen papieren verzekeringsbewijzen per post bezorgd aan de verzekerden. Enerzijds houdt dit een enorme kost aan postzegels in en anderzijds genereert dit een enorme workload voor de fleet managers, de verzekeringsmakelaars en -maatschappijen, de voertuigeninspectie en verzekerden zelf. Om nog niet te spreken over de impact op het milieu. Een eerste stap tot verbetering was in 2020 met de mogelijkheid het bewijs in pdf af te leveren en te bewaren. Een verbetering, maar met zijn beperkingen: er is een expliciete opt-in van de klant nodig, hoe vind je bijvoorbeeld eenvoudig het digitaal bewijs terug in je smartphone na bijvoorbeeld elf maanden, of hoe vergeet je dit niet door te geven aan bijvoorbeeld de occasionele bestuurders van het voertuig?

Tot slot haal ik ook nog even aan dat er elk jaar talloze verzekerden zijn die problemen ondervinden met hun verzekeringsbewijs tijdens een controle, omdat ze het document niet vinden. Dit is erg vervelend voor zowel de verzekerden als de politie. Men is vaak wel degelijk verzekerd, maar omdat het verzekeringsbewijs niet aanwezig is, dient men alsnog de auto aan de kant te laten staan. Dit is zeker geen uitzondering: het motorwaarborgfonds heeft weet van wel 55.000 gevallen per jaar waar een vervelend rectificatieproces dient te gebeuren om alsnog te bewijzen dat de auto verzekerd was!

David De Cock: Dat klopt! Ook wij als makelaar moeten regelmatig in allerheil - en vaak na de kantooruren - een verzekeringsbewijs bezorgen voor een klant die wel degelijk verzekerd is, maar bij een politiecontrole niet over een geldig verzekeringsbewijs beschikt. Door het samenstellen van een realtime database kan dit ongemak voor zowel de klant als de makelaar vermeden worden.

“Elke 70 minuten een ongeval met een onverzekerde wagen. Het is onze maatschappelijke rol om daar een doorbraak in te maken. De database is klaar, we wachten nu op groen licht van de overheid en dat duurt iets langer dan initieel gehoopt.”
Gunter Uytterhoeven

Hoe plannen jullie deze pijnpunten aan te pakken?

Gunter: We willen evolueren naar een realtime systeem met een betere datakwaliteit en waarbij men de status van een verzekering rechtstreeks in de database kan nakijken. We gaan dus naar een éénduidige en correcte status, weg van de vaak conflicterende informatie tussen de reële status van een polis, de info op een groene kaart en de Veridass gegevensbank waarop bijvoorbeeld justitie zich wel eens baseert. Op termijn opent dit ook vele mogelijkheden om voor tal van andere zaken een oplossing te bieden in de komende jaren.

Wat verandert er voor de verzekerde?

Jan Strauven: In de eerste fase zullen de verzekerden weinig merken. Bij een politiecontrole zal echter geen verzekeringsbewijs meer worden gevraagd wanneer het gecontroleerde voertuig gekend is als ‘geldig verzekerd’ in de centrale database. Die controle zal vanaf dan eenvoudig kunnen via een controle van de nummerplaat in de POI database door de politiediensten.

In een volgende fase zal bij het onderschrijven van de nieuwe polis geen verzekeringsbewijs meer verstuurd worden. De correcte status zal op een nieuwe gemeenschappelijk website terug te vinden zijn. Het klassieke papieren bewijs wordt dan vervangen door een éénmalig document dat vrijblijvend – dus niet verplicht – in de wagen mag gelegd worden. Dit ‘frisser’ document is dus louter informatief en ondersteunend. Het zal verwijzen naar de centrale website waar te allen tijde de verzekeringsstatus zichtbaar is van de betrokken nummerplaat. Daarnaast zal men er ook het polisnummer, de gegevens van de verzekeringsmakelaar, het nummer voor bijstand, … op terug vinden. Op die manier heeft de bestuurder steeds alle informatie bij de hand voor het invullen van een Europees aanrijdingsformulier.

Voor alle landen in de Europese Unie en enkele omringende landen, zoals Zwitserland, is een verzekeringsbewijs in het voertuig niet nodig. Volgens een Europese richtlijn is het principe dat wanneer een lidstaat een voertuig heeft ingeschreven, de controle van de verzekeringsplicht ook door de lidstaat georganiseerd en gewaarborgd is, en bijgevolg de nummerplaat gelijkgesteld wordt met ‘geldig verzekerd’. Voor enkele uitzonderingen - landen zoals Marokko, Tunesië en sedert Brexit ook het Verenigd Koninkrijk - moet de verzekerde wel nog het klassieke internationaal verzekeringsbewijs in de auto hebben. De klant moet dit in deze gevallen dus wel nog eenvoudig kunnen opvragen via zijn verzekeringsmakelaar of online.

David: Dit is één van de aspecten waarvoor we ook de beheerpakketten mee aan boord willen en zo snel mogelijk willen betrekken bij het project. Zo kunnen hier tevens de nodige ontwikkelingen gebeuren om het occasioneel aanvragen van een verzekeringsbewijs maximaal te faciliteren, zodat er idealiter zelfs geen tussenkomst of opvolging van de makelaar nodig is.

Gunter: Het gaat zeker om een positieve evolutie. Deze is mogelijk doordat alle verzekeringsmaatschappijen enthousiast mee aan boord van dit project stappen.

Jullie spraken over verschillende fases. Welke timing wordt vooropgesteld?

Gunter: Op het niveau van het motorwaarborgfonds stelden we de doelstelling om elke maatschappij die in België actief is in autoverzekeringen tegen einde 2022 aan te laten sluiten op de nieuwe database. Elke verzekeringsmaatschappij heeft daaromtrent intussen een circulaire ontvangen. Ook voor de autoverzekeringen via gevolmachtigde onderschrijvers dient er een sluitende oplossing te zijn tegen dan.

Deze centrale database is al up and running. Zo voegen we bij AXA en Baloise alle verzekerde wagens reeds toe, maar wordt de toegang nog afgeschermd voor het grote publiek. Dit komt omdat we nog wachtende zijn op groen licht van de overheid. Een eerste wetsaanpassing is reeds gebeurd begin dit jaar, maar we wachten nu het nieuw Koninklijk Besluit af dat de volledige rechtszekerheid geeft om het nieuwe systeem optimaal te kunnen benutten. Het dossier ligt bij de bevoegde kabinetten, maar helaas loopt dit minder snel dan gehoopt. Hierdoor hebben we geen duidelijk zicht op de exacte timing. Bovendien connecteren later dit jaar nog enkele andere grote verzekeraars zich op het platform. Het is dus nog even geduld uitoefenen voor we uit de startblokken kunnen schieten.

Wat na de publicatie van het Koninklijk Besluit?

Gunter: Dan komt de ganse dynamiek op gang! De politiediensten maken zich klaar om de database in gebruik te nemen. Dat zal normaal gezien starten met een pilootfase in een welbepaalde regio, waarbij ze wagens via hun boordcomputer zullen controleren in plaats van het papieren document op te vragen bij de chauffeur. Tijdens deze pilootfase updaten de maatschappijen de realtime database én versturen zij, zoals voorheen, ook nog verzekeringsbewijzen. Het enige voelbare is dat de politie vanaf dan dus geen verzekeringsbewijs vraagt aan de chauffeur.

Wanneer de politie het systeem uitgerold heeft, zullen we samen met de makelaars de uitfasering van het ‘jaarlijks verzekeringsbewijs’ aanvatten. Het systeem wordt dan vervangen door enerzijds de status van de verzekering, die online en realtime opvraagbaar is, en een nieuw gemoderniseerd document dat een tastbare ondersteuning biedt aan de bestuurder met het oog op assistentie, schade, buitenland, makelaarsinfo, …

Jan: Deze omschakeling van alle verzekeringsmaatschappijen naar één systeem zal een periode van één à twee jaar in beslag nemen. Zo kunnen zij in functie van hun eigen IT-mogelijkheden inschatten wanneer ze klaar zijn voor de overstap. De grote verzekeringsmaatschappijen staan daarbij vooraan in het rijtje. Ook de underwriters worden verwacht om in die periode om te schakelen. Belangrijk is daarbij dat de data van de door underwriters onderschreven risico’s vanaf dan op minstens dagelijkse basis doorstromen naar de backoffices van de verzekeringsmaatschappijen. Enkel zo kunnen de maatschappijen op dagelijkse basis een correcte status doorgeven aan de database.

Voor het zover is zullen de makelaars echter meer gedetailleerde informatie ontvangen zodat iedereen zich goed kan voorbereiden. Op dit moment zijn we nog de details van de processen aan het finaliseren in samenspraak met onder andere FVF en een panel van verzekeringsmakelaars. Het is namelijk ook de bedoeling de werklast van de makelaars te verlichten.

David: Bij FVF juichen we het enorm toe dat we vanaf het begin mee betrokken worden in dit grote project. Als verzekeringsmakelaar staan we steeds heel dicht bij onze klanten en worden we ook vaak geconfronteerd met de hiaten binnen het huidige systeem. De meeste vragen komen ook steevast bij ons terecht, dus pleiten we als federatie om de huidige planning drastisch bij te sturen.

Het lijkt ons uitermate belangrijk dat er voldoende verzekeringsmaatschappijen mee in het systeem zitten alvorens het gelanceerd wordt naar het grote publiek. We pleiten dus voor een veel kortere transitieperiode, van maximaal enkele maanden. In afwachting vragen we de verzekeringsmaatschappijen, die al geconnecteerd zijn op het POI-platform, toch nog tijdelijk het klassieke verzekeringsbewijs te blijven leveren.

Een kortere overgangsperiode is ook van cruciaal belang, volgens FVF, om een goede mediacampagne mogelijk te maken, met het oog op het grote publiek in kennis te brengen, zodat het aantal vragen aan de makelaar toch enigszins beperkt blijft.

“In de realtime database zal steeds de correcte status van de verzekering worden weergegeven. Het systeem creëert rechtszekerheid voor de consument, duidelijkheid voor de politie, de makelaar en de verzekeringsmaatschappij.”
Jan Strauven

Zal de informatie binnen de realtime database ook beschikbaar zijn voor de makelaars?

David: Dat is een vraag die we vanuit FVF inderdaad gesteld hebben en dit wordt momenteel nog verder onderzocht. We dienen namelijk rekening te houden met de geldende GDPR-regelgeving. Net zoals bijvoorbeeld andere Kruispuntbanken, zal ook deze database tal van persoonsgebonden informatie bevatten, zoals de naam en het adres van de verzekerden. Het is dan ook logisch dat een toegang, voor verzekeraar en voor makelaar, steeds beperkt zal worden tot wat strikt noodzakelijk is voor een welbepaald legitiem doel.

Een voorbeeld hiervan is in het kader van schaderegeling, waarbij de opvraging van de identiteit van de verzekeringsmaatschappij van de tegenpartij op basis van een nummerplaat in realtime zou kunnen georganiseerd worden.

Gunter: Klopt. Het is wel degelijk de bedoeling dat alle derde partijen met een rechtmatig belang inzage hebben om de verzekeringsstatus van het voertuig te kunnen opvragen via het kenteken of de chassisnummer. Helaas dienen we hier met heel wat factoren rekening te houden. Eens we hier uitsluitsel over hebben, zullen de makelaars hier natuurlijk uitgebreid over geïnformeerd worden.

Zijn er gevallen waar het papieren verzekeringsbewijs nodig blijft?

Jan: Zoals hiervoor reeds verteld zal de nood aan een papieren verzekeringsbewijs uiterst klein zijn. Enerzijds zullen Marokko, Tunesië, Turkije en - althans voorlopig - het Verenigd Koninkrijk dit blijven vereisen. Men zal echter dit document eenvoudig kunnen opvragen bij zijn verzekeringsmakelaar of online bij de verzekeringsmaatschappij. Anderzijds zijn er landen die een papieren document vereisen, omdat ze niet standaard gedekt zijn door de Belgische verzekeringsmaatschappijen zoals Wit-Rusland of Oekraïne, maar dat is vandaag al het geval.

David: FVF pleit ook om de verzekerde landen op te nemen op de gemeenschappelijk website. Op die manier is niet alleen de verzekeringsstatus zichtbaar, maar meteen ook de landen waar de verzekering BA Motorrijtuigen standaard geldig is. Zo kan de klant en de makelaar snel de check doen alvorens men op vakantie vertrekt.

Hoe zit het met vloten?

David: Het uitgangspunt van FVF is dat het POI-traject op geen enkele manier mag leiden tot het terugschroeven van de huidige, verworven bevoegdheden van de makelaar in verband met het verzekeringsbewijs, noch courante praktijken mag bemoeilijken.

Met betrekking tot vloten, zijn vooral de volledig gedelegeerde vloten een belangrijk aandachtspunt. De makelaar beheert in dit geval de vlootpolis volledig autonoom binnen een met de verzekeraar afgesproken canvas. De uitwisseling tussen makelaar en verzekeraar gebeurt bij deze vloten op regelmatige basis, bijvoorbeeld wekelijks of tweewekelijks, maar dus geenszins dagelijks. Eigenlijk stelt zich hier eenzelfde problematiek als voor de gevolmachtigde onderschrijvers, die ook een veel grotere frequentie van uitwisselingen met de risicodrager moeten organiseren, met het oog op het dagelijks voeden van de POI-databank.

Ook hier pleit FVF voor een snelle en volledige oplossing, zodat de voertuigen die verzekerd worden via dergelijke vloten, met eenzelfde snelheid opgenomen worden in het POI-platform. De oplossing moet er zijn alvorens het POI-traject uit te rollen naar het grote publiek, anders dreigen deze voertuigen nodeloos extra geviseerd te worden, te weten dat er perfect POI-controles mogelijk kunnen gemaakt worden met ANPR-camera’s van de politie.

Het spreekt voor zich dat hierin opnieuw de leveranciers van makelaarssoftware een belangrijke rol moeten spelen. Rekening houdend met de huidige, ambitieuze planning, is het hier zeker vijf-voor-twaalf.

Jan: De politie is er zich prima van bewust dat in de overgangsperiode niet alle verzekerde voertuigen zijn opgenomen in de database. Dat is niet erg, wanneer een wagen dus niet terug te vinden is in de database, zal men eerst hetzelfde proces doorlopen zoals bij de huidige controle, namelijk manueel een verzekeringsbewijs opvragen aan de chauffeur.

Gunter: We werken in tussentijd aan een protocol en ‘API’ waarbij de systemen van de vlootbeheerders op dagelijkse basis aangesloten kunnen worden aan de realtime database. Zo zorgen we ervoor dat de verzekerde voertuigen binnen een vloot ook in realtime in de database zichtbaar zijn.

Gaat de normering hierop inspelen?

David: Normering speelt daar onder andere een belangrijke rol in. Digitalisering en normering gaan bijna altijd hand in hand, ook hier. Veel van de reeds gemaakte beslissingen binnen normering kunnen hergebruikt worden voor de uitwisseling tussen de makelaar en de verzekeringsmaatschappij binnen het POI-platform.

Wat bij niet betaling premie of schorsing?

Gunter: Daar gaan we er ook echt op vooruit. Het papieren verzekeringsbewijs of pdf kan in de praktijk moeilijk worden ingetrokken. De klant heeft daarbij een document in handen met een geldigheid van veelal één jaar, waardoor men correct verzekerd lijkt te zijn, maar misschien niet meer effectief verzekerd is omdat men de periodieke premie niet betaalde.

Jan: Bovendien zijn er nu ook een hoog aantal valse documenten in omloop. De pakkans zal hier echt vergroot worden! In de realtime database zal namelijk steeds de correcte status van de verzekering worden weergegeven. Betaalt men niet, dan wordt de status aangepast naar ‘niet-verzekerd’. De auto kan dan onderschept worden door de politie of in de toekomst geregistreerd worden door een ANPR-camera. Wordt er wel een premie betaald en is de polis opnieuw in voege, dan zal de status opnieuw geüpdatet worden naar ‘verzekerd’ in de database.

De realtime database creëert rechtszekerheid voor de consument, duidelijkheid voor de politie, de makelaar en de verzekeringsmaatschappij.

“Veel van de reeds gemaakte beslissingen binnen normering kunnen hergebruikt worden voor de uitwisseling tussen de makelaar en de verzekeringsmaatschappij binnen het POI-platform.”
David De Cock

Werkt het ook in de omgekeerde richting zo snel? Zal men bij het afsluiten van de polis meteen de baan op mogen met zijn wagen?

Gunter: Nieuwe polissen zullen automatisch en minstens dagelijks worden opgeladen in de centrale database. Men zal dus veel sneller in orde zijn met zijn verzekering dan dat momenteel via bpost een groene kaart in de bus bezorgd kan worden.

Wat met de makelaar die een tijdelijk verzekeringsbewijs wil uitreiken?

Jan: In de eerste maanden zal er waarschijnlijk weinig veranderen aan de huidige processen van de tijdelijke verzekeringsbewijzen. Wel zal er minder vaak gebruik van worden gemaakt doordat polissen zo snel worden opgenomen in de database.

Op langere termijn zal dan het proces voor de tijdelijke kaart vereenvoudigd en gedigitaliseerd worden. Samen met FVF zullen de verzekeringsmaatschappijen erover waken dat ook hier een coherent systeem komt voor de ganse markt.

David: Voor FVF is het belangrijk dat de wijzigingen die de verzekeringsmakelaars doorvoeren zo snel als mogelijk - liefst in realtime - ook zichtbaar zijn in de centrale database. Enerzijds dient dit de werklast van de makelaars te verlichten en anderzijds moet het de klantervaring verbeteren. Een snelle service vormt daarbij een belangrijk aspect!

Het is dus echt van heel groot belang dat de uitwisseling van gegevens tussen de makelaar en de verzekeringsmaatschappij efficiënt verloopt. Deze laatsten sturen namelijk de informatie door naar de realtime database. Indien er vertraging zit op de eerste stap, dan zal de database ook niet volledig up-to-date zijn. De beheerpakketten mee betrekken in het verhaal is dus uiterst belangrijk! Zo kan de makelaar vanuit zijn vertrouwde omgeving de uitwisseling organiseren en dit implementeren in zijn huidige processen.

Hartelijk bedankt voor dit gesprek, David, Gunter en Jan! We duimen mee op snel groen licht.

Lees hierna:

Bevraging rond efficiëntie binnen makelaarskantoor

Klik hier