INTERVIEW MET TIMOTHY VAN DE GEHUCHTE

MEER BESCHERMING VOOR DE BANKAGENT

Aanleiding voor het interview met Meester Van de Gehuchte is het Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van economisch recht inzake de handelsagentuurovereenkomsten houdende de bescherming van handelsagenten tegen de eenzijdige verhoging of oplegging van de kosten door de principaal, hetwelke op de plenaire zitting van 4 maart 2022 werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Timothy Van de Gehuchte is advocaat bij Portelio en actief in diverse aspecten van het ondernemingsrecht, onder meer distributierecht (o.a. financiële tussenpersonen, agentuur, concessie) wat hem de geknipte man maakt voor dit gesprek.

Bankagenten werken exclusief met een bepaalde principaal. Afgelopen jaren hebben de principalen vaak gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de kosten eenzijdig te verhogen. De betrokken bankagenten staan hier machteloos tegen. Kan u de problematiek even schetsen? Timothy Van de Gehuchte: In de agentuurwetgeving is al enige tijd voorzien dat een agent zich kan beroepen op een verbreking van de agentuurovereenkomst door de principaal indien er eenzijdig wijzigingen worden aangebracht aan de commissionering. Een soortgelijke bepaling bestond niet voor wat betreft de aanrekening van kosten. In de afgelopen jaren hebben agenten moeten vaststellen dat de banken allerhande kosten en bijdragen, gekend onder een veelheid van benamingen, zijn beginnen aanrekenen. Vaak werden deze kosten niet op gelijke wijze aan alle agenten aangerekend en was het ook erg onduidelijk welke diensten of faciliteiten er door werden vergoed. De agenten hadden in de praktijk meestal geen andere keuze dan de eenzijdig aangerekende kosten te betalen, onder andere omdat de kosten automatisch in mindering van de commissies werden gebracht of nog omdat de aanvaarding ervan als voorwaarde werd gesteld om bv. een bijkomende portefeuille in beheer te krijgen.

Heeft deze nieuwe bescherming ook betrekking op de bestaande agentuurovereenkomsten? Timothy Van de Gehuchte: De datum van inwerkingtreding van de nieuwe bepaling is 14 maart 2022. Vanaf dan is de nieu we bescherming ook van toepassing op bestaande agentuurovereenkomsten. Substantiële of structurele verhogingen van kosten die vanaf 14 maart 2022 worden doorgevoerd vallen tevens onder het toepassingsgebied van de nieuwe wet. De bankagenten, lid van FVF, zijn daarnaast ook verzekeringsmakelaar. Welke aandachtspunten wilt u meegeven wanneer zij, als tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten, een nieuwe agentuur-overeenkomst met een principaal onderschrijven? Timothy Van de Gehuchte: Het is belangrijk dat de agenten zich zorgvuldig laten informeren over de kosten die hen ten laste zullen worden gelegd en over de dienstverlening of ondersteuning die zij in ruil daarvoor kunnen verwachten. De banken zijn onder andere op basis van de Febelfin gedragscode verplicht om de agenten grondig en in detail te informeren over de investeringen en lasten waartoe de agenten zich verbinden bij het aangaan en uitvoeren van de

“Iedere eenzijdige substantiële of structurele verhoging of oplegging van kosten is een handeling die gelijk staat met de verbreking van de agentuur door de principaal”

De Hoge Raad voor Zelfstandigen en de KMO, waarin FVF vertegenwoordigd is, heeft deze problematiek in 2015 reeds aangekaart. Begin februari keurde het Parlement, op initiatief van volksvertegenwoordiger Kathleen Verhelst (Open Vld), een wetsvoorstel goed tegen de eenzijdige verhoging of opleggen van de kosten door de principaal. Welke nieuwe bescherming voor de bankagent wordt hiermee ingebouwd? Timothy Van de Gehuchte: Door de nieuwe Wet wordt de handelsagentuurwetgeving aangepast. Daarin is nu expliciet voorzien dat iedere eenzijdige substantiële of structurele verhoging of oplegging van kosten een handeling is die gelijkstaat met de verbreking van de agentuur door de principaal. Een soortgelijke bepaling bestond reeds voor eenzijdige wijzigingen van de commissionering en wordt nu dus uitgebreid tot de kosten die aan de agent worden aangerekend. Let wel, het gaat hier niet om een automatisme. De agent moet binnen een relatief korte termijn protesteren tegen de kostenverhoging of oplegging van een nieuwe kost. Bij gebrek daaraan wordt de agent geacht daarmee akkoord te gaan. Tenslotte zal de agent zich ook uitdrukkelijke op de beëindiging van de agentuur lastens de principaal moeten beroepen. Het louter protesteren van een bepaalde kost heeft niet als gevolg dat de agentuurovereenkomst ten einde komt. De nieuwe bepaling kan niet worden ingeroepen tegen aangerekende kosten die uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door het paritair overlegorgaan.

⤴️

agentuurovereenkomst. De agenten vragen best dat hen hierover een gedetailleerd informatiedocument wordt bezorgd. Indien deze informatie vervolgens niet juist zou blijken te zijn, wordt daar best onmiddellijk schriftelijk opheldering over gevraagd. Tenslotte spreekt het voor zich dat agenten zich best bij het onderhandelen en sluiten van een nieuwe agentuur laten bijstaan.

Lees hierna:

Harmonisatie bijscholingsregels en kennisvereisten Modelverklaring jaarlijkse bijscholing